Van 22 tot 30 november 2025 vieren we opnieuw de voorleesweek. Een week waarin het belang van voorlezen extra in de kijker staat. Want voorlezen is niet alleen gezellig en goed voor leesplezier, het is ook een krachtige motor voor taalontwikkeling.

 

Waarom interactief voorlezen?

Voorlezen op zich is al heel waardevol, maar als je het interactief maakt, daag je de kinderen uit om mee na te denken. Door open vragen te stellen en in te spelen op de antwoorden van de kinderen, krijgen kinderen ook de kans om actief taal in te oefenen. Wil je jouw voorleesmoment interactiever maken? Ontdek meer tips op onze blog!

 

Niet alleen voor kleuters

Interactief voorlezen wordt vaak ingezet in de kleuterklas, maar ook in het lager onderwijs is het een effectieve werkvorm. Het biedt kansen om samen te praten over verhalen, nieuwe woorden te leren en leesplezier te vergroten.

 

Meertaligheid als troef

Wist je dat interactief voorlezen dé ideale manier is om meertaligheid in te zetten? Door ruimte te geven aan thuistalen voelen kinderen zich erkend en benutten ze hun volledige talige repertoire. Dat maakt het voorleesmoment niet alleen taalrijk, maar ook inclusief.

 

Hoe werkt dit in de praktijk?

 

Tijdens een voorleesmoment in het lager onderwijs wordt een prent besproken waarop het leven in het water centraal staat. Het woord wier komt in het verhaal voor en blijkt nieuw voor sommige kinderen. Zo ontstaat een gesprek waarin Nederlands en Turks elkaar versterken:

 

• Kind: “Dat zit onder water in de zee. In het Turks is dat yosun, maar ik weet het in het Nederlands niet.”
• Voorlezer: “Dat is wier. Kan je in het Turks uitleggen wat wier is?”
• Kind: “Yosun. Yosunu biliyorum. Biz bir kere seye gittigmizde ayagmiza geliyordu.” (Wier. Ik weet wat wier is. We zijn eens ergens naartoe gegaan en toen kwam dat aan onze voeten.)
• Kind: “Yosun ne?” (Wat is yosun?)
• Kind: “Hani biz yuzmeye gitmistik ya, in Blaarmeersen?” (We waren toch eens een keer gaan zwemmen in Blaarmeersen?)
• Voorlezer: “Ja in de Blaarmeersen inderdaad, daar kan je dat zien. Wier is een plant die onder water leeft of op rotsen groeit.”

Door zulke gesprekken leren kinderen niet alleen nieuwe woorden in het Nederlands, maar leggen ze ook de link naar hun thuistaal. Ze voelen zich erkend en betrokken.

 

Doe mee!

Tijdens de voorleesweek nodigen we iedereen uit om verhalen te delen. Thuis, op school, in de bib. Maak het interactief, maak het meertalig, en ontdek hoe voorlezen deuren opent naar begrip, plezier en verbondenheid.